Ronnie O’Sullivan heeft in een afgeladen Alexandra Palace voor de 7e keer in zijn leven de Masterstitel, die sinds april dit jaar de Paul Hunter Trophy heet, op zijn naam geschreven.
Tijdens de eerste sessie was O’Sullivan duidelijk nog niet in goede doen. Joe Perry maakt daar dankbaar gebruik van en komt al snel 4-1 voor te staan, met breaks van 72, 53, 74 en 115. Maar dan gaat O’Sullivan beter spelen en weet hij bij het einde van de eerste sessie de tussenstand op 4-4 te zetten.
Ook in de avondsessie gaat hij goed van start. Perry staat dan ook duidelijk minder goed te spelen, waar The Rocket dan weer dankbaar gebruik van maakt. Hij wint weer vier frames op rij, maar dan geeft Perry weer tegengas. Met een 117- en een 92-break weet hij twee frames op rij te winnen.

De oud-wereldkampioen geeft antwoord met een 112-break, maar Perry weet de spanning er in te houden met een 53-break. In frame 17 weet O’Sullivan dan toch de 7e Masterstitel binnen te slepen, waardoor hij de speler nu is, die de meeste Mastertitels op zijn naam heeft staan.
Het blijft bizar, dan een Ronnie O’Sullivan, die niet op het beste van zijn kunnen staat te spelen, toch zoveel weet te winnen. Alleen in de eerste ronde is hij echt goed weggekomen, maar in elke andere wedstrijd was hij steeds de speler die de controle had over de wedstrijd. Zijn B-game, en zelfs zijn C-game zijn nog zo goed, dat weinig spelers hem kunnen stoppen. Dat beloofd wat voor het WK…